Overwegingen voor wat betreft het aanpassen van de regels voor niveau-1 Special Needs judoka

Een korte historie

In 1998 ontwikkelden Ben van der Eng, Tomas Rundqvist en Tycho van der Werff het FCS, Functioneel Classificatie Systeem. Tot dat moment was de divisionering (zoals we dat in dit document zullen noemen) ad-hoc, gefragmenteerd en ongestandaardiseerd.
Het nieuwe systeem, dat was gericht op veiligheid voor de judoka, werd geïmplementeerd en getest door diverse organisaties: nationale judofederaties bijvoorbeeld, en de eerste Special Olympics judowedstrijden in 2003 (Dublin) werden succesvol uitgevoerd onder de nieuwe regels. SO heeft sindsdien deze regels en het FCS als globale standaard ingevoerd.
Sindsdien heeft het systeem verschillende wijzigingen en aanpassingen doorgemaakt, de laatste in 2018 toen de Nederlandse JBN een pilot organiseerde voor de laatste versie. Wat bleef is dat het systeem altijd de veiligheid van de judoka vooropstelt, zonder compromis.
Sinds een aantal jaar heeft de EJU een versie van de SN-regels ingevoerd voor judoka onder de 12.

Wat is ons probleem?

FEIT: We zien geen, of vrijwel geen, serieuze blessures in de niveaus 2 tot 5. Het grootste deel van de serieuze blessures doet zich voor in de niveau-1 divisie, waar regelmatig judoka raken geblesseerd door technieken die verboden zijn onder de SN regelgeving, maar die worden toegestaan door scheidsrechters die ofwel niet op de hoogte zijn, of die doelbewust weigeren de regels toe te passen. Er is een lijst met ontelbare voorbeelden van vermijdbare blessures.

Zoals de bovenstaande tabel laat zien, kan een niveau-1 judoka deelnemen aan reguliere toernooien, en een klein percentage kan zelfs in nationale en internationale competitie meedraaien. Dit document en onze overwegingen richt zich op deze niveau-1 judoka.

SN judo draait om veiligheid

SN judo moet veilig zijn voor alle niveaus. Zolang er een kleine kans is dat de verkeerde niveaus worden gecombineerd (en dat gebeurt helaas maar al te vaak) kunnen we niveau-1 judoka geen nieuwe set regels geven.
Maar niveau-1 judoka hebben een optie die judoka van een ander niveau niet hebben: Zij kunnen veilig meedoen inde reguliere competitie. Waarschijnlijk minder succesvol aangezien zij niet de medaillegarantie hebben die ze normaliter in SN-Judo ervaren. Maar ze hebben de mogelijkheid en het geeft ze de gelegenheid om te groeien als judoka.
Feitelijk hebben de niveau-1 judoka het beste uit twee werelden: Ze kunnen zowel in reguliere competitie als in SN-judo deelnemen. Met alle voordelen: De mogelijkheid om wereldkampioen te worden in II1, II2 of II3 in Adapted Judo, deelname aan de SO World Games (waarbij ze overigens anderen die dit veel harder nodig hebben deze ervaring ontnemen) èn ze kunnen leren en groeien als een judoka in regulier judo en zien hoe ver ze zich kunnen ontwikkelen.
Of je kunt erkennen dat je het SN-judo bent ontgroeid, en nieuwe uitdagingen zoeken zodat je kunt groeien als judoka, in plaats van goedkope overwinningen na te jagen.
In Nederland is een judoka die begon in het SN-judo, zich ontwikkelde tot de top, en vervolgens besloot dat hij zijn carriere in het regulier wilde voortzetten en daar wereldkampioen werd. Hij paste jita-kioey toe, een van de leerstellingen van Kano Shihan, waarbij men samen leert en groeit zodat anderen ook kunnen groeien.
Hij verliet SN-judo zodat anderen een kans konden krijgen en groeide zelf verder in het reguliere judo. Zijn redenering was: Waarom presteren onder je niveau voor eenvoudige overwinningen? Waarom zou je anderen niet het respect geven, en hen toestaan om hun volle potentieel te halen?

Exclusie

Sommige mensen zeggen: “Door level-1 judoka niet toe te staan om reguliere technieken te gebruiken, beschadigen we het inclusieve judo en discrimineren we die judoka
Is dat waar? Dat is hetzelfde als zeggen: judoka onder de 12, die aan competities deelnemen onder een reglement dat vrijwel exact gelijk is aan het SN reglement worden uitgesloten van judo?
Judoka die onder veilige regels deelnemen worden uitgesloten?
Exclusie is gedefinieerd als “Buitensluiting, uitsluiting”.

Er zijn nu kampioenschappen die alleen voor mensen met een IQ<75 zijn. Er zijn kampioenschappen, alleen voor mensen met ASD. Allemaal judoka die vrij zijn om te trainen en in competitie te gaan met anderen, met of zonder beperking. Maar de kampioenschappen.. die zijn alleen voor hen.
Waar is de inclusie hier?

Inclusie

SN judo is voor alle judoka. Elke deelnemer heeft de mogelijkheid om aan judo deel te nemen, op zijn/haar eigen niveau, op de veiligst mogelijke manier. En dat kan, want de regels maken SN judo veilig..
Klinkt dat als inclusie of exclusie?
Waar precies vindt die “discriminatie” plaats?

Opties

Als judoka ook een ander type judo willen, dan is dat natuurlijk gewoon mogelijk. Er zijn vele activiteiten die op judo lijken: zo is er reguliere judo, maar ook kata, sambo, BJJ, om er maar een paar te noemen, En er zijn de niet-inclusieve II1, II2 en II3 kampioenschappen.
Laten we judo eens vergelijken met een andere vechtsport. Onder de algemene kickboxing regels zijn elleboogstoten en clinchen verboden. Als een kickboxer het daar niet mee eens is, dan kan hij altijd naar Muay Thai gaan, waar deze technieken wel zijn toegestaan.
Hetzelfde geldt voor SN-judo. Als een level-1 judoka het er niet mee eens is dat kansetsu- shime en sutemi-waza verboden zijn, dan is er altijd de reguliere competitie. Anderszijds, als diezelfde judoka per se mee wil doen aan SN-judo dan is dat ook prima. Maar dan zal hij zich moeten neerleggen bij de geldende regels.

Aparte regels voor niveau-1?

Zoals eerder besproken, hebben niveau-1 judoka een wereld aan opties voor competitie als zij het niet eens zijn met de geldende regels.
Ten tweede, het risico van verkeerde divisionering is te groot en een nietsvermoedende niveau-2 (of erger, een nog lager niveau) kan zomaar terechtkomen in de poule van een superieure en daarmee onveilige tegenstander.

Daarom is onze visie::
Nee, we gaan geen aparte regels voor niveau-1 instellen in het Special Needs Judo.

We erkennen echter het streven van Virtus naar officiële kampioenschappen. Maar tegelijkertijd moet er eerst een overkoepelende en veilige regelgeving komen voordat we willen overwegen om uitzonderingen voor niveau-1 toe te staan.